Category Archives: Caraîben

Bonaire: het leven zoals het is

Na ons laatste gezamenlijke duik krijg ik koude rillingen en dat bij tropische temperaturen. Ik hoop dat het na een dagje rusten voorbij zal zijn. Maar de koorts stijgt. Het leven voor mij speelt zich af tussen zetel, water drinken en toilet. Ik voel me een paar dagen ellendig. Op sterk aandringen van Marijke slik ik paracetamol. Het hoesten als een doorwinterde roker blijft niet uit. Fons gaat alleen met het busje naar de supermarkt. Langzaam herneemt het normale bootleven zich.
Op de levering van de propeller hebben we meer 3 weken moeten wachten door een staking in Curaçao. De meeste goederen worden ingevoerd. Vele rekken in de supermarkten blijven leeg, fruitrekken zijn gevuld met ananassen. We brengen er 2 mee en laten ze in de kuip liggen.
Fons verschrikt zich als een grote leguaan in de kuip zit, deze bedenkt zich niet en duikt in het wateren, het blijkt een goede zwemmer te zijn. We vragen ons af hoe hij in de kuip is geraakt, en of hij op de ananassen is afgekomen.
Als de windgenerator en de zonnepanelen voldoende energie geven, laten we de ‘revers osmosis’ werken om het zeewater te ontzilten.
Bonaire is 44km lang en 6,5km breed en heeft de vorm van een boemerang. Er zijn 18905 inwoners, hiervan zijn er maar iets meer dan de helft op het eiland geboren zijn. Er zijn geen verkeerslichten en de verkeersregels zijn soepel. Mc Donalds is hier nog niet neergestreken. De vlag is pas eind 1981 ontworpen, de zespuntige ster symboliseert de oorspronkelijke woonkernen, de vier punten op de ring het kompas om aan te geven dat de mensen van alle windstreken gelijk zijn. Het rood wijst naar bloed en overlevingskracht, geel voor de zon, wit naar internationale vrede en blauw voor de zee. De belangrijkste economische sectoren zijn toerisme en zoutwinning. Er zijn veel bouwwerven. De wind waait veel stof op en in de Sunshine. Krachtige korte regenbuien spoelen het stof van het dek.
Het Bonaire Nationaal Marine Park (BNMP) is het oudste zeereservaat en beschermt het onderwaterpark tot 60m diepte. Uniek is dat het geheel draait op eigen kosten. De inkomsten komen uit de fee voor duiken, snorkelen en andere watersporten. Naast natuurbescherming zorgt BNMP voor voorlichting voor verantwoord duiken en het onderhoud voor aanlegboeien. Het beheer is in handen van Stichting Nationale Parken Bonaire (STINAPA).
Een voorrecht om met onze boot achter een mooring te liggen, op de rand van het koraalrif. Aan de ene kant kleurt het water helder turkooizen, de ander kant diep blauw. De zon zien ondergaan achter Klein Bonaire. Een stap van de Sunshine en je maakt deel uit van de prachtige onderwaterwereld. Het snorkelen is mijn favoriete bezigheid.Op dinsdagavond worden we in het busje, om naar de supermarkt “Van den Tweel” te gaan, opeengepakt. Zo leren we Amerikanen Gayle en Darrell van SY Gone Bambu beter kennen.De gezamenlijke Happy Hours en diners zijn super gezellig en het winkelen interessanter.
Gayle zegt dat er veel onderwaterleven is aan de pier van de haven. Ik snorkel naar hun boot die voor de Yellow Submarine lig. Stekende zeekwalletjes hebben het op mij gemunt. Dan palmen we terug naar de Sunshine om de camera op te halen en snorkelen via het ondiepe water verder. We krijgen het koud, maar kunnen het niet laten om verder tot aan de pier te snorkelen. We zien er weelderig koraal en meer kleine en grote vissen in alle kleurschakeringen. Om het warmer te krijgen probeer ik wat sneller terugpalmen. Dit is wat te veel voor Gayle en ze krijgt krampen, dus neem ik haar mee op sleeptouw, voorbij de Sunshine tot aan Gone Bambu. Een beetje te veel van het goede. Het duurt een paar uur voor ik me terug behaaglijk warm voel. De volgende snorkelpartijen beperk ik in tijd. Onder een rotspartij schuilt een mureen en aan de pier maak ik deel uit van een school Caribische Doktervissen.De visidentificaties, op maandagavond bij Yellow Submarine, gegeven door de Amerikaanse Kim (medewerkster van REEF) zijn leerrijk. Vanaf level 3 wordt het voor mij frustrerend, zoveel verschillende soorten vissen en zoveel details waarop je kunt letten.
We merken aan de laagvliegende fregatvogels en de opspringende vissen als er dolfijnen aan het jagen zijn. Een grote Witte Merlin springt naast de Sunshine uit het water.
Dinsdag 19 maart gaan we bij eZone de nieuwe Li-batterijen halen, ons een weg banend in de drukte van de mensen van de cruiseboten. ‘s Avonds hebben we een afscheid drink van Gayle en Darrell.
De volgende dagen kruipt Fons in de bakken om de batterijen te vervangen.
Fons zijn scheenbeen is voldoende geheeld en we snorkelen naar de haveningang. Ik zie een moeilijk te spotten schorpioenvis en een pauwbot.Met een nachtsnorkel rond de Sunshine zijn er veel grote murenen.
Met het bijbootje varen we 4 km verder om bij de duikstek Andrea te snorkelen.
Martin en Pam, van onze buurboot DR FLUE, nodigen ons uit voor een Canadees pannenkoeken ontbijt. Ze gaan in Curaçao Marina hun boot een Benetea Frist 38 achterlaten en hun werkzaamheden in Canada hervatten
Rustig aan gaan we de duikactiviteiten hervatten, hopend om een zeepaardje te spotten.

Duiken in Bonaire met Liesbeth en Leo.

Dinsdag wuiven we mijn broer en schoonzus op de Flamingo Internationale Airport uit. Stipt 19h55 landt het KLM vliegtuig met Liesbeth en Leo aan boord. Zie: www.shetwins.com. Liesbeth is grieperig, niet de beste omstandigheden om te duiken en ze heeft er zo naar uitgekeken om in tropisch water te kunnen duiken.
Fons en Leo moeten lang wachten aan de autoverhuur. Fons komt terug en zegt ‘er is alleen een pick-up met 2 deuren beschikbaar, morgen kunnen we misschien ruilen’. Hij vindt het niet zo erg om in het donker in de laadbak te zitten om door Kralendijk naar ‘Dive Hut’ te rijden.Wannadive, het duikcentrum, ligt ongeveer 1km verder. Op het huisrif doen we de testduik. Liesbeth is zo kranig om deze mee te doen. Ze heeft haar hoofd maar juist onder water en zegt: ‘ wat is het hier mooi’. Wij vinden het minder, zeker als we bij de haveningang komen waar alleen dood koraal is. Als we richting noord palmen komen we een grote mooie begroeide boei tegen. Een mureentje komt piepen.Een beetje verder staan kerstboom structuren om nieuw koraal te laten groeien. Liesbeth is te licht bevonden, Fons geeft haar extra lood. Mijn 3mm volledig duikpak past perfect. Dank je wel lieve broer om dit voor mij mee te brengen. Leo heeft zijn GoPro op zijn duiklamp gemonteerd, maar de foto zijn overwegen groen, hij heeft een roodfilter nodig. De foto’s van Fons zijn overwegend blauw, de flits stond niet aan.
Nadat het duikmateriaal gespoeld is, wagen we onze kans om de pick-up te wisselen. En ja dat lukt, het zal wat comfortabeler zijn voor langere afstand.
Donderdagvoormiddag rijden we naar de duikplaats ‘Windsock’, genoemd naar de luchthaven die er kort bij ligt. Liesbeth is nog wat ziekjes maar kan het duiken niet laten. Het rif wordt afgewisseld met kleine zandplaatjes. In een berg hersenkoraal groeit een paarse pijpspons. Een trompetvis escorteert een regenboog papagaaivis. Er is veel lawaai onderwater, waarschijnlijk van de generatoren van de grote cruiseboten.
We picknicken op het koraalstrand in de schaduw van een boompje. In de verte zien we jagende dolfijnen. We rijden verder tot zoutpannen en de slavenhutjes. Van Liesbeth mogen we het zout van ons huid spoelen in de douche op hun kamer. Met een echte douche gaat dat veel beter dan het kleine straaltje water van de solarshower op de boot.
Leo heeft het diner bij ‘EL BIGOTE’ het Mexicaans restaurant bij Dive Hut, gereserveerd. Leo trekt alles aan wat steekt en dat vindt hij niet leuk.
Op de lange zandplaat bij de duikplaats ‘Invisibles’ komen we zeldzame buisalen tegen.Dan komen we bij een oerwoud van hard en zacht koraal. Er zijn wit bijna doorschijnende sponsen met paars afgekant. Grote engelvissen wonen hier. Op terugweg trekt Leo me 2 keer aan mijn vinnen omdat ik in verkeerde richting palm, ben precies niet zo goede volger. Op de ondiepe, ongelijke koraalondergrond velt een golf me als ik uit het water wil stappen. Hoewel we de duikstekken kiezen waar het gemakkelijk in en uit het water te gaan is, lijkt het toch niet zo eenvoudig.
We rijden verder tot Lac Bay en nemen een late lunch bij ‘Foodies’. Een ideale plaats voor een fotosessie, de andere hobby van Liesbeth.Zaterdag rijden we richting noord naar ‘Tolo’. Onderwater komen we bij een veld van geweikoraal tegen. Het zwart koraal, gorgonen en andere begroeiingen deinen met de golfslag mee. Er zijn hier vele kleine visjes. Ik zie een schattig baby koffervisje. Voortaan gaan we, hand in hand, in en uit het water, we zijn zeker niet de enige.
Iets voor Rincon, bij ‘Posada Para Mira’ kunnen we locaal eten met een fantastisch uitzicht. Langs Seru Largu keren we terug naar Kralendijk.‘Salt Pier’ is een gegeerde duikstek. Tussen de pilaren krioelt het van geelgestreepte grommers.Wat dieper lijkt het voor mij op een slagveld. Liesbeth en ik komen kortbij een zeer grote, precies dreigend, zilverkleurige tarpon.Voor een BBQ op de Sunshine doen we inkopen in de supermarkt ‘Van den Tweel’(=AH). Op de parking maken veel verklede kindjes zich op voor de kindercarnavalstoet. Uit de praalwagen schalen veel te luide bastonen, och arme die hartjes en oortjes. Op terugweg moeten we halfweg rechtsom keer maken, de weg is afgesloten. We maken een grote omweg en komen een nachtclub met paaldansen en een moskee tegen.
De laatste gezamenlijk duik doen we bij ‘Weber’s Joy’. De voorziening helpt dat Leo een roodfilter vindt. Wat zwemmen hier massa vrolijk juffertjes rond de vele soorten koraal. In het waaierkoraal schuilen vele piep kleine visjes. Ik zie een klein koraalduivel (lionfish) verstop in het koraal. Er wordt actief op deze uitheemse soort gejaagd. Alsof ze het weten, schuilen ze dieper en komen ’s nachts naar het ondiepe water om te jagen.
Een zeer mooie afsluitduik.
Samen sporten is aangenamer, is leerzamer, geeft meer energie, meer uithouding, meer uitdaging, meer voldoening. Water geeft een emotionele balans. Elkaar helpen is bij de duiksport aangewezen; zowel in als uit het water, zoals aan en uitdoen van het duikpak, herstellen van stukgetrokken riempje van de vinnen, ontspanner juist monteren, reddingsvest met fles helpen aandoen, elkaar in evenwicht houden, onder het water blijf je kort in de buurt van je duikmaten, geeft het oké teken, geeft de juiste richting aan. Daarbij komt nog het aanschouwen van de kleurrijke wonderlijke onderwaterwereld en de vreugde dat met elkaar kunnen delen, geeft dubbel vreugden. Dus Liesbeth en Leo, merci voor de compagnie.

Met mijn broer in Bonaire

Fons heeft een nieuwe propeller gevonden en laat die afsturen via ‘eZone’
Het is druk in de autoverhuur, bij ‘Caribe car rental’ we kunnen een KIA Rio huren. Dinsdagavond landen Annie en Roger. Ze verblijven in ‘Hotel van der Valk Beach Resort’. Dat is kort bij de luchthaven en ongeveer 3 km waar de Sunshine op mooring ligt aan de andere kant van Kralendijk. Na wikken en wegen kopen we een nieuw onderwatercamera bij ‘Fish Eye foto’. De fotograaf geeft ons een deskundige uitleg.
Ik kan eens gaan snorkelen met mijn broer. Maar de zon is hier te krachtig voor zijn witte rug en dat bekomt hem niet zo goed.
Donderdag rijden we richting zuid naar de zoutpannen en de slavenhuisjes. Eerst komen we aan de witte. Roger kruipt er in en voel hoe het was om hier met 4 te slapen. De rode slavenhuisjes zijn oranje geverfd. We picknicken vlak bij een kleine marina aan ‘Lac Bay’ en drinken een koffietje bij ‘Foodies’. Hier hebben we een prachtig zicht op het rustig turkoois meer en daarachter de wilde oceaan. Met Annie als copiloot rijdt Fons heel voorzicht over een off-road pad. De oostkust is heel woest.We komen voorbij de langste boom van Bonaire.De douche, in de grote badkamer van Annie en Roger, weten we te waarderen.
Roger heeft het kunnen fiksen dat we samen met hun kunnen dineren. Gezellig samen lekker eten aan het strand, wat wil je nog meer. Als Roger ‘Dushi’ (=alles wat goed is) tegen de locale serveerster zegt, krijgt hij een glimlach, ze zijn niet gewoon dat een toerist zowat zegt.
De volgende dag rijden we naar het noorden langs de hoge kust lijn met uitgesneden rotsen. Bij duikplaats ‘1000 steps’ poseert een leguaan. Fons telt 73 trappen, maar als je dit doet met je duikuitrusting voelt het als 1000. We picknicken met een prachtig uitzicht op het Gotomeer. Rincon is het oudste dorp van Bonaire. Hier is een cactusstokerij ‘The Cadushy Distillery’. Hij heeft een geboeide uitleg over welke cactus en welke delen ze gebruiken. Welk graan ze gebruiken en dat 3 maal destilleren om aan 95% alcohol te raken. Hij benadrukt dat ze de enige stokerij zijn in Bonaire. Op terugweg rijden we langs ‘Seru Largu’, een kruis dat op 123m hoogte staat. Vanaf hier hebben we een overzicht over heel Bonaire.
Het eerste wat Roger de volgende morgen tegen ons zegt is dat hij vermoed dat de stokerij nep is. Als ze daar alcohol stoken zou je dat moeten ruiken en dat ze veel te klein is om zoveel te stoken. Dat hij een veel te dure (locale?) Gin heeft gekocht neemt hij er voor lief bij. Het is een speciale fles, onderkant ovaal, boven rond.
Het onderwaterleven ten zuiden Van der Valk Beach is kleurrijker, al snorkelend testen we de nieuwe onderwatercamera uit. Het programma van de Nederlandse TV ‘Ik vertrek’ heeft uitzendingen gehad over iemand die in Bonaire een mimigolf heeft gestart. Annie wil eens weten wat er van hun gekomen is.
Niet ver hiervandaan is het ‘Donkey Sanctuary’. Nederlanders vangen hier sinds 1993 gewonde, zieke ezels op. Spanjaarden hebben de ezels in de zeventiende eeuw overgebracht om als lastdier te gebruiken. Ze werden aan hun lot overgelaten toen ze overbodig werden.Maandag staan we heel vroeg op, we willen zeker op tijd zijn om een SUV op te halen om naar het Nationaal Park te gaan. Het roeien gaat vlotter dan anders en we hebben nog tijd voor een gedeeld ontbijt bij Van der Tweel (AH). Juist als we stoppen bij de autoverhuur zie ik een mooie SUV wegrijden. En inderdaad hij staat 2 keer geboekt. Patrick haalt bij zich thuis een oude pick-up met de naam Snoopy voor ons op.
In het Nationaal park nemen we de grote toer. Na Blow Hole komen we aan Saliña Matijs.De wegen die stijl omhoog gaan zijn verhard. Cactussen zijn de overheersende begroeiing. Bij een mooi strandje van de inham ‘Boka Kokolishi’ eten we, in de schaduw van rotsblokken, oncomfortabel, onze picknick. Hagedissen vechten om de appelvrank van Roger. We doen een hele omweg om bij een meer te komen wat eerder op een poel lijkt. Hier bij het zoet water zijn er wel vogels. Naar de trail van de hoogste berg Brandaris 241m rijden we niet naar toe. De weg naar Boka Slagbaai is stijl bergaf. De snorkelaars en duikers zijn er verzameld. In de Saliña Slagbaai staan een hele hoop flamingo’s.We vervolgen de avontuurlijke weg, stoppen nog bij een uitzichtpunt en komen moe en voldaan bij ‘Park Entrance’.De laatste avond knipt Annie nog mijn froufrou bij.
We zijn heel blij dat Annie en Roger de moeite gedaan hebben om ons zo ver te komen bezoeken.