Category Archives: Caraîben

Santa Marta – Medellin

Neusa is voor een paar dagen bij ons op bezoek. “Simon Bolivar is my hero” zegt Neusa tegen een 8 jarige Colombiaanse jongen. Dit ‘clever’ manneke is trost om met ons Engels te spreken. Hij vertelt over ‘the Liberator of Gran Colombia’ en dat ‘Santa Marta’ de hoofdstad is van het district ‘Magdalena’. Het bezoek aan ‘Quinta de San Pedro Alejandrino’ gewijd Simon Bolivar valt in duigen. Bij het plein van Simon Bolivar in het koloniaal ‘Casa de la Aduana’ is het ‘Museo del Oro’ gevestigd. Fons is verbaasd over de kennis die de indianen hadden over het bewerken van goud en koper.
‘LamArt Gastronomica Artico’ is een aangename plek om te lunchen.Bij Juan Valdez nemen we ‘Nevado de café’ ijskoffie als dessert. In het Historisch centrum bezoeken we de wit gepleisterde ‘Catedral de Santa Marta’ en ‘Iglesia de San Francisco de Asis’ met devote mensen.Graffities sieren de straten.Op het plein van de marina wordt er een groot podium gebouwd. Samen met de laatste feestgangers verlaten we zondagmorgen de Marine om naar de luchthaven te gaan. We vliegen naar Medellin, 600km zuidelijker, op een hoogte van 1500m. Deze ‘stad van de eeuwige lente’ heeft aangename temperaturen. De bus die ons van de luchthaven naar de wijk San Diego brengt, rijdt door een pas geopende lange tunnel. Medellin, voorheen de basis van drugbaron Pablo Escobar, heeft nu een bloeiende industrie. De inwoners zijn zelfbewuste harde werkers.
De rivier Medellin heeft een lang dal uitgesneden, de gebouwen van rode stenen zijn langs de flanken genesteld. De langste metrolijn (25,8km) van noord naar zuid volgt de bedding. Het openbaar vervoer is efficiënt, goedkoop en een mooi uitzicht. In de spitsuren is er een mensenstroom. Ons hotel ligt in het groene wijk El Poblado.
Door werkzaamheden is één ingang van de heuvel ‘Cerro Nutibara’ gesloten. Op de top is er een wijd zicht. Bij het nagebouwd ‘Pueblito Paisa’ is het veel te toeristisch. We dineren met de Zouterikjes, die in de buurt logeren. Gezellig.
Het mooi weer nodigt uit om met de Metrokabel naar ‘Parque Arvi’ te gaan. Het is de moeite om over de huizen te zweven. We hebben geen rekening gehouden dat het park op maandag gesloten is.
Bij het station ‘San Antonio’ veranderen we naar lijn B ‘San Javier’ en stappen over op Metrokabel J naar ‘La Aurora’. Zwevend genieten we van het prachtig uitzicht.
Van het station San Javier stappen we naar Comuna 13. Tot in 2010 een van de gevaarlijkste wijk door drugskartels en guerrilla bendes. Deze wijk heeft het niet gemakkelijk gehad. De grote transformatie is deels te danken aan ‘Street art’. Roltrappen brengen ons van het ene graffiti decor in het andere, elk met een ander verhaal.

Na een 2 uur durende busrit, door een gloeiend boerenlandschap, komen we bij ‘Piedra El Peñol’, een 200m hoge granieten monoliet. In plaats van een tuk-tuk te nemen stappen we 292 trappen om bij de voet van de rotsformatie te komen. Na inkom van 20000 COP beginnen we aan de 675 zigzag trappen. Fantastisch uitzicht op het groot ingesneden reservoir, ontstaan door de aanleg van een dam. Naar mijn gevoel kreunt de rots onder het hijgende massatoerisme.
We wandelen de 3km naar Guatapé, een zeer kleurrijk koloniaal dorp. Toevallig komen we Fred en Emmy tegen, Vlamingen die al vele jaren met hun mobilhome op reis zijn en veel continenten hebben bezocht. Natuurlijk gaan we als goede Belgen samen een pintje drinken.
Woensdagvoormiddag sporen we naar ‘Plaza Botero’. Naast volumineuze sculpturen van de kunstenaar Fernado Botero zijn er veel toeristen, verkopers en daklozen.
Vlakbij staat het ‘Palacio de la Cultura Rafael Uribe Uribe’. Dit openbaar gebouw wordt door de bewakers gecontroleerd, Fons aarzelt om naar binnen te stappen. Hier hangt een foto met de naam Agustin Goovaerts. Deze Belgische architect heeft het gebouw in gotische stijl ontworpen, in 1930 werd het ingehuldigd. De binnenkant doet ons aan art niveau stijl denken. Goovaerts heeft ook het ‘Palacio Nacional’ ontworpen, nu is het een druk commercieel centrum.
We vinden geen rust in de ‘Jardin Botanico’, midden in de tuin staan grote schermen opgesteld en schalt luide muziek.
Donderdag nemen we terug de Metrokabel en stappen uit in ‘Santo Domigo’, een authentieke buurt met graffities.Voor de volgende Metrokabel naar ‘Parque Arvi’ moeten we bijbetalen. We stijgen tot een hoogte van 2500m. Lange tijd zweven we over bomen. Het is een ecologisch uitgestrekt natuurgebied met verschillende wandelpaden, ze raden aan deze alleen met een gids te doen. In de wijk Moravia werd vroeger het afval gestort. Arme mensen leefden erop en maakte huizen van gerecycleerd materiaal. Nu is op de 30m hoge afvalberg diverse tuinen aangelegd.Vrijdagmiddag vliegen we terug naar Santa Marta, om bij de marine te komen nemen we een lokale bus. Als goede gewoonte nemen we een ‘Happy Coca’ als sundowner bij de minimarket van de marina.

Er is hier nog veel te ontdekken, maar de zee roept.
Onze bedoeling is om deze week voorbereidingen te treffen om verschillende weken te ankeren bij eilandjes van Colombia en Guna Yala eilanden. Het internet toegang zal hier beperkt zijn.
 

We wensen jullie een vredevolle kerst, een goed eindejaar en een excellent 2020.

Minca

Op SY TRYST, onze overbuurboot, treden Tony en Michelle in het huwelijksbootje. Ze hebben elkaar in het begin van het jaar leren kennen in Trinidad.
Donderdagmorgen stappen we ongeveer 2km via Calle 11 naar de zeer drukke Mercado Publico. Hier kopen we voor 8000 COP (=2,5euro) een busticket naar Minca. 1h later zijn we 15km verder en 650m hoger. 0oit was dit bergdorpje in het tropisch regenwoud van de Sierra Nevada in handen van de guerrilla groep FARC. Nu trekt Minca ieder jaar meer en meer reizigers aan. We kuieren door de straatjes, drinken een smoothie. We zien een belovend affiche van een museum, maar hier zijn ze nog aan het werken. Het Cacaomuseum is één kamer groot en behoord tot een winkel/café. We krijgen heel wat uitleg over het ambachtelijk lokaal bier. Het bier ‘Happy Colibrie’ (Pale-Ale type) is er uitverkocht.
Op aanraden van Mariska logeren we in Finca La Frecuencia. Het ligt 4km van Minca op een hoogte van 740m, alleen bereikbaar met een 4×4, moto of te voet. Achter de geel en zwarte poort moeten we goed springen van de ene op de andere steen willen we niet met natte voeten toekomen.
We worden verwelkom door de hoogzwangere Tala. In hun open huiskamer/keuken krijgen we lunch met zelfgebakken brood. Hier hebben ze nog een voorraad van ‘Happy Colibri’ bier. Onze kamer, een open constructie van bamboe, ligt wat hoger. Van een totale natuurbeleving gesproken! Harmonisch maken de dames het organische diner klaar. Nacir, hun 2jarig zoontje, kent Engels en Spaans en kan goed animeren. We vallen in slaap met de geluiden van de jungle. ’s Morgens zijn de brulapen actief. Na het ontbijt met bananenpannenkoeken stappen we naar de ‘Cascades de Marinkas’, hier zijn 2 watervallen boven elkaar.

Vlinders, groot en kleurrijke, zijn te vlug om op foto vast te leggen. Tropische bloemen zijn er in vele variaties.
Bij het alternatief ‘Casa La Semilla’ drinken we een zelfgemaakte kombucha. Het voetpad wordt steiler. De bomen zijn gigantisch. Het is koffiepluk tijd.Fons is normaal de voortrekker bij het bergop gaan. Nu begin hij achter te blijven, ziet er moe uit, is drijfnat van het zweten en hij heeft honger. Het restaurant ‘7 Pieras’ is gesloten, ze zijn met restauratie werken bezig. De tros bananen die er hangen zijn te groen om te eten. Even verder bij ‘Finca de Gustavo’ ga ik in mijn beste Spaans vragen of we eten kunnen krijgen. Na een uurtje, als al het werkvolk heeft gegeten, krijgen we een bord vol met rijst en bonen en voor Fons een stuk vlees. De huiskamer zet ons, op een klein tv toestel en grote koelkast na, 100 jaar terug in de tijd. Een paar km verder bij ‘Casa Minca’ zijn we terug in de toeristische 21ste eeuw met cola en bier.Bij ‘Los Pinos’ zou je een zicht kunnen hebben op de oceaan en de witte bergen, maar er is mist en maken we deze omweg niet.
Langs een grotere kronkelende weg stappen we terug. Met 14km en 1400hoogtemeter in de benen best een vermoeiende dag.
Zaterdag na het ontbijt stappen we steil omhoog waar ze bezig zijn om een 12 hoekige bamboetempel te bouwen. Het is bijzonder om enkele dagen op deze unieke plek te mogen vertoeven. Nacir wou met ons mee naar Minca stappen.

Cartagena de Indias

Colombia is een republiek van meer dan 1miljoen km² groot, in het noordwesten van Zuid-Amerika, Bogota is de hoofdstad. Het grenst aan de Caribische zee, Venezuela, Brazilië, Peru, Ecuador, Panama en de Grote Oceaan. Het stond lang bekend om het rebellengeweld, maar na 10 jaar onderhandelen is een vredesakkoord bereikt. Het heeft kustvlakten, hoge bergen en weelderige regenwouden. Deze diversiteit maakt Colombia een interessante reisbestemming.

Het Marsol minibus rijdt 4uur over de 240km tot Cartagena. Onderweg zien we wijken met armoedige krotten, een contrast met de torenhoge gebouwen. Cartagena is een belangrijke havenstad in het noordwesten met een historisch centrum. Het busje past net in de smalle drukke straatjes van het oude centrum. De chauffeur krijgt er stress van en dropt ons veel te ver van ons hostel Peregrinos, het ligt in de buurt van de marina ‘Club Nautico’. Hier zien we onze Braziliaanse vrienden Neusa en Wagner terug. Hun zeilboot Leva Vento ligt voor anker in de baai.

Langs de drukke Calle 25 stappen we over de brug en ‘Monumento a los Pegatsos’ terug naar het oude centrum.

Na de toegangspoort, op ‘Plaza de los Choches’ staat het standbeeld ‘Pedro de Heredia’ (Spaanse ontdekker) en is omringd door charmante koloniale gebouwen. Het wemelt er van allerhande verkopers, als je ‘Gracia’ zegt, krijg je een glimlach.

Bij de ‘San Pedro Claver’ krijgt Fons belangstelling van een ‘Palenquera’.

Door een doolhof van vele kleurrijke en vrolijke steegjes komen we bij ‘Simon Bolivar Parque’. Vers cocoswater drinkend luisteren we mee naar een gids die verteld dat Simon Bolivar de vrijheidsstrijder was aan de wieg van de landen Panama, Colombia, Ecuador, Peru, Venezuela (geboren) en Bolivia (naar hem vernoemt).

Woensdag 20 november: de belangrijkste reden om naar hier te komen is om de verjaardag van Neusa te vieren. Vorig jaar hebben we dat gedaan in de jungle van Suriname.

Een zeebries maakt het stappen op de verdedigingswallen dragelijk.

De ijskoffie van Juan Valdez op het ‘Plaza de Las Bovedas’ smaakt naar meer.

Op ‘Plaza de San Diego’ snuiven we de sfeer op.

We zoeken verkoeling in de onlangs geopende shopping mall ‘La Serrezuela’. Een verborgen icoon binnen de ommuurde stad. Architectonisch is het spectaculair, de houtenstructuur van de arena (stierengevechtring) is behouden. De gastronomie is op de bovenste verdieping.

In een straat bekijken we een verkommerd gebouw en eentje met een kunstproject patio.

In ‘Abacus Books and Coffee’ liggen hoge stapels boeken van de bekendste schrijver Gabriel Gracía Márquez.

Donderdag is een nationale stakingsdag en zijn vele museums gesloten. Op ‘Plaza de Santo Domingo’ wandelen we langs beeld ‘Liggend naakt’ van Fernando Botero.

Een vlaggenstraat in de wijk Getsemani leidt ons naar ‘Plaza Trinidad’. Een aangename plaats met minder toeristen.

Voor sundowner met bubbels zijn we uitgenodigd op Leva Vento.

 Vrijdagvoormiddag verwelkomt een trompettist ons in ‘Castillo de San Felipe de Barajas’. Dit reusachtig kasteel diende om de stad langs landzijde te verdedigen. Het werd door slaven vanaf 1536 gebouwd en meermaals uitgebreid. Het heeft een wirwar van tunnels.

Om 15h30 stappen we in het busje. De chauffeurs nemen het niet zo nauw met de verkeersregels. De grote havenstad Barranquilla is een file. Na 21h komen we in Santa Marta toe.