In afwachting van een gunstig weervenster doen we nog enkele uitstappen. Het is 4 Bft en we zien vanaf de haven dat de hoge golven het kustpad naar het zuiden overspoeld. Dat is de reden waarom we terug naar het noorden fietsen. We bewonderen weer het oceaangeweld en bezoeken het “Forte de S.Jorge”
Na een late lunch bij Casa Guia en het aanvullen van de biervoorraad keren we terug naar de haven. Hier kijken we met spanning hoe een zeiljacht binnenvaart ondanks de hoge golven
Als de oceaan rustiger is fietsen we naar Oeiras. Onderweg zien we verschillende surfers.
Wanneer de kliffen de oceaan raakt, moeten langs een grote weg fietsen wat minder leuk is. Op het terras van je jachthaven eten we een mega vettige toost. Meer dan genoeg calorieën om de 14km terug aan te vangen.
We nemen ook de tijd om nog eens naar Lissabon te sporen. Met een ticket van 6 euro, dat we aan een kiosk buiten aan het station kopen, kunnen we 24h elke tram, bus, metro of lift nemen. We beginnen met beroemde tram 28 die het grootste gedeelte van de oude stad doet. Als hij overbevolkt is, wachten we op de volgende of nemen een andere. Hij rijdt steil omhoog of omlaag door de smalle steegjes waar hij amper door kan. Tram 25 brengt ons terug naar het uitzichtpunt bij het kasteel. Voordat Fons aan zijn foto ronde begint zoekt hij een toilet. Ondertussen word ik overmand door happy Senigalezen.
De tuktuk bestuurders spreken ons aan, maar deze werken niet aan het tarief van de tram.
We springen van tram naar lift en wachten weer op een andere tram. Van op de beroemde lift zien we “Lissabon by Night”.
In Cascais bij een van de vele Indische restaurantjes eten we een curry. Voor het dessert vraagt de ober of we een “Real Indian icecream” willen proeven. We vragen hem of dit zo echt Indisch is als het koekoeksklokje, dat net boven een altaartje hangt met de apengod Hanoeman, kan hij er hartelijk mee lachen.
Zondag 1 maart 2014
Cascais – Sesimbra: 27NM; vertrek 10h30 – aankomst 16h30
De receptioniste van de Marina Cascais probeert ons te overtuigen om langer te blijven, met te berekenen wat we voor die 16 dagen en wat we maar voor 1 maand zouden betalen. Ook al is het een super jachthaven en zijn er geen meeuwen, het zuiden roept al lang.
Heerlijk om te varen zonder de zeilpakken. Er is niet genoeg windkracht dus helpt de motor mee. Bij “Cabo Espichel”, waar de kliffen 120m hoog zijn en bijna loodrecht uit de oceaan oprijzen, wakkert de wind aan en vult de zeilen.
De jachthaven van “Porto do Abrigo” (Sesimbra) is omgeven door een lange pier en groene heuvels.
In de vissershaven zijn er vele kleine kleurrijke vissersboten.
Het water is kristalhelder, we zien grote zeesterren en komkommers. Niet verwonderlijk dat er zoveel duikcentrums zijn.
Sesimbra ligt in een beschutte baai, beschermd tegen de noordenwind. Het oude deel van het dorp is een doolhof van smalle, steile straatjes met in het midden Fort “Santiago”. Dat het een geliefd vakantieoord is te merken aan de vele appartementen op de hellingen van de “Serra da Arrábida”. In onze mening niet goed geïntegreerd in het landschap. Mede door het microklimaat hebben wij het gevoeld dat het zomer is.
De omgeving is te uitnodigend om te gaan wandelen.
Om de knieën te sparen worden de wandelstokken, met wat gevloek, in elkaar gestoken.
De Moorse vesting “Dom Sancho II” lonkt.
Vanaf de wallen reikt het panoramisch uitzicht tot Cascais en het Christusbeeld aan de Taag. In de middeleeuwen zou er zelf communicatie mogelijk geweest zijn met het Moors kasteel van Sintra.
In het midden staat de kerk “Nossa Senhora do Castelo” met prachtige azulejos en een gouden altaar.
We keren terug langs een heuvelkam van Arrábida en zien herders met hun schapen en geiten.
Een geslaagde test voor de knietjes, gesteund door de wandelstokken 10km gewandeld met een minimum aan pijn.