Voor inlichtingen over de “Camino Ingles” stuurt het toeristisch informatie kantoor bij Pl. Maria Pita ons door naar het infocenter Galica bij Kiosco Alfonso.
Hier krijgen we een map met een summiere kaart. Ze veronderstelt dat de weg goed aangegeven is en dat je waarschijnlijk ook wel in Carral kan overnachten.
Het internet in de haven is niet altijd even snel, het zoeken naar accommodatie verloopt traag.
Tussendoor stappen we via de grote haven met cruiseboten
naar het strand aan de overkant met zijn enorme golven
En komen langs de Hercules vuurtoren terug naar de boot
In de haven blijft de oceaandeining voelbaar. Als er dan nog wind bijkomt, beweegt de boot als een rollercoaster. Voor de zekerheid dat de Sunshine tijdens onze afwezigheid in haar box blijft, kopen we aan de industriële haven extra lange meertouwen bij.
Ze voorspellen enkele dagen met opklaringen, daarom besluiten we om te vertrekken. Met veel onduidelijkheden (bv verschil tussen Hostel en Albergue), maar met slaapzak en een wandelkaart op de Smartphone gaan we op pad.
De maritieme route bracht pelgrims van Scandinavië, Vlaanderen, Engeland, Schotland en Ierland naar hun bestemming. Ferrol en Coruña zijn door hun strategische ligging startpunten voor 2 alternatieve routes
Donderdag 9 october2014
A Coruña – Carral: 23km
In de schemering verlaten we de haven
En stappen naar het kerkje van Santiago dat het vertrekpunt is.
Het kerkje is gesloten en gaat pas om 10h30 open, veel te laat voor ons.
Zonder eerste stempel zetten we ons weg langs de haven en “Gardin Méndez Nuñez” verder. In de stad is het moeilijk de juiste weg te vinden, het is ook niet de juiste plaats met rugzak en dikke wandelschoenen, wel gemakkelijk om te schuilen voor de regenvlagen en lekkere koffiekes te drinken. Het duurt in ons gevoeld lang voor we de drukte kunnen achter laten en het eerste echte teken van de Camino zien.
Als we twijfelen en de weg vragen krijgen we een hele welgemeende uitleg, maar we verstaan er geen jota van, het is Gallisch. Het pad slingert verder langs de Rio Mero. We komen in dorpjes van 1 straat met rustieke kerkjes, rustplaatsen en fonteintjes. Daartussen landelijke en bosrijke paadjes.
Als de vermoeidheid in de benen voelbaar wordt, vragen we of het nog ver is voor een overnachtingplaats. Met het antwoord: dat het nog meer dan 20km verder is in Ordes, zak de moed ons in de schoenen. Gelukkig staat enkele kilometers verder een fonkel nieuw Hostel/ Albergue op ons te wachten. Mooi uitgerust met 2 slaapzalen voorzien van een 10 tal stapelbedden. Nu nog het probleem van eten oplossen. De lieve verantwoordelijke van het hostel kan ons in het Engels alle nodige inlichtingen geven. Bij de plaatselijke café/winkel kregen we een maaltijd aangeboden welke met liefde is klaargemaakt. Ze deed er alles aan om ons te verwennen.
Vrijdag 10 oktober 2014
Carral (Sergude) – Bruma: 17 km hoogte 470m
We vervolgen onze weg na een stevig ontbijt bij onze lieve madame. Ze draagt een short zoals onze moeder en de haren ook in de morgen pikkobello in orde.
In de dorpjes moet je goed oppassen want de Spanjaarden kennen geen snelheidsbeperking. De honden nog aan de ketting kondigen blaffend onze komst aan. De weg gaat gestaagd omhoog, we komen bijna geen kerkjes met fonteintjes tegen, wel passeerden we veel eucalyptus bossen in alle maten.
In de Aubergue van Bruma zijn we niet de enige. De pelgrims komende van Ferrol, vallen met hoopjes binnen en al gauw zijn bijna alle bedden volzet. Ik krijg een onrustige Portugese bovenslaper.
De toiletten, douches en wasgelegenheid krijgen de druk, maar gezien de grote groep loop alles gesmeerd. Buiten de 3 Portugezen komen de andere pelgrims uit alle regio van Spanje, toch is er in deze groep een grote samenhorigheid. Onze opname in de groep wordt door Monica, afkomstig uit Valencia en getrouwd met een Duitser, vergemakkelijk.
Voor 10 euro krijgen we een rijkelijk diner met dessert en karaf wijn. Daarna druipt iedereen stilletjes in zijn beddenbak.
Zaterdag 11 october2014
Bruma – Sigueiro: 29km
Al heel vroeg in de ochtend is er geritsel, er zijn er die vandaag tot in Santiago willen geraken (meer dan 40km!).
Voor het ontbijt moeten we eerst 8 km stappen. Een Pelgrims ontbijt bestaat uit 2 geroosterde sneetjes brood met olie. Wij bestellen nog 2 grote boterham met kaas en nemen er eentje mee voor onderweg. Al goed, want we zijn geen gelegenheden meer tegengekomen waar er eten verkrijgbaar was.
Mijn pijnlijke benen en knieën zouden graag willen stoppen in een luxueuzer hotel in Ordes. Met aanmoediging van Fons en steun van een stok uit het eucalyptus bos verbijt ik de pijn en gaan verder.
Er komt een ellenlang stuk rechte weg die uitkomt op een industrieterrein.
Een vriendelijke dame toont ons de weg naar de Albergue Touristico. De andere van de groep zijn al gearriveerd. De drukke eigenares vindt een plaatsje voor iedereen.
’s Avonds schuiven mee aan tafel met de gezellige bende.
Zondag 12 oktober 2014
Sigueriro – Santiago de Compostela: 15 km
We slapen alleen in een luxe kamer, toch is het lawaai van de straat meer storend dan een slaapzaal.
Voor mij is het stappen te pijnlijk geworden, Fons gaat de tocht alleen afmaken.
Onze kotmadam brengt mij (voor haar een extra inkomen) met haar polo naar het grote plein voor de kathedraal en deponeert mij in het poepchic hotel ernaast.
Met een koffietje en Paulo Coelho als gezelschap gaat de tijd vlug voorbij.
Het vinden van de graftombe van apostel Jacobus in jaren 820 en 830 liggen aan het ontstaan van Santiago de Compostela.
Al van 1 km voor de stad wordt Fons verschillende keren aangesproken of hij een overnachtingplaats nodig heeft.
We voelen ons verloren in de drukte. Fons is op zijn tenen getrapt als hij in de kathedraal naar buiten moet om zijn rugzak. Ik glip erdoor maar ben hem wel kwijt. Als Fons de lange rij ziet om een officiële stempel te krijgen, laten we Compostela voor wat het is. We eten een broodje en gaan richting station. Iets meer dan een half uurtje rijden door de bosrijke omgeving en we zijn terug in A Coruña.