Hoewel we geen echte porto liefhebbers zijn, zitten we toch te popelen om Porto te gaan degusteren in de verschillen de Portohuizen. Omdat drinken met maten leuker is wachten we tot Lief & Jos en Liesbeth & Leo (She Twins) met hun campers langs komen. Met hun komst trekken de hemelsluizen zich open, echt geen weer om een hond door te jagen.
Het samen kokkerellen, geeft een pittig resultaat.
Ook in de namiddag is het nog pannenkoeken weer.
’s Avonds doen we een kroegentocht langs de vele plaatselijk cafeetjes van Afurada.
In de voormiddag stappen we langs de Douro naar de eerste Porto cave: Churchill’s. We worden wijzer hoe de portwijn wordt gemaakt, welke soorten er zijn en hoe ze proeven.
’s Middag smaken de frietjes extra goed, het was ook zo lang geleden.
Namiddag bezoeken we, na een omweg, de grotere Taylor cave.
’s Avonds zijn we allen Port verzadigd. We delen de foto’s, waarvan we dankbaar gebruik van maken.
De volgende dag zetten Jos & Lief hun tocht naar het zuiden verder. Liesbeth & Leo nemen ons nog mee naar het winkel centrum, zo kunnen we gemakkelijker onze voorraad aanvullen.
Daarna blijven we verweesd achter en missen de gezellige drukte.
De zonnige dagen blijven schaars, de regendagen overvloedig. Deze stoppen ook niet als het boek: ‘De zondvloed’ van M. Fredrisson uit is.
We liggen nu al verschillende weken in de haven. Normaal zou je dan verwachten dat de boot in een haven zo goed als stil ligt, maar dit is niet zo. Sunshine wiegt constant en als er windvlagen of om nog onbekende reden wordt het meer dan wiegen, dan schokt, kreunt en rukt ze aan de landvasten. En wij kunnen het alleen maar ondergaan.
Op de valleirug klampen de huizen zich vast.
Op een zonnige dag gaan we met de bus naar de bovenstad van Porto. Hier staan prachtige gebouwen met af en toe sporen van vergane glorie.
Met tram 1, geïmporteerd uit België, rijden we langs de Douro tot aan de ferry, die ons terug naar het vissershaventje van Afurada brengt.
Op aanraden van Jos nemen we de trein langs de Douro vallei met de vele wijngaarden.
We nemen een tussenstop in Regua. In een klein straatje volgen we onze neus en komen terecht in een restaurantje voor lokalen. Verschillende zaten toevallig ook op de trein. Het menu kost 6 euro; wijn en de kop van de visjes inbegrepen. Voor zoveel wijn en een extra gekregen porto is er nog niet genoeg getraind.
In de namiddag sporen we naar het eindstation Pochino, om Pinhão te bezoeken blijft er weinig tijd. Het is donker als we de lange terugreis aanvangen.
Het wordt dringend tijd om een kapper te bezoeken! We stappen even terug in de tijd.