Woensdag voormiddag zeilen we naar de enig pas van Kauehi. 9NM. Aan de oceaankant ligt een meerboei van de Aqua-Tiki. Dit is een grote catamaran met duikers aan boord. Hagelwitte vogeltjes vliegen kort bij de motu. De zon zakt. Zwermen zwarte vogels scheren over het oceaanoppervlakte.
Donderdag 16 februari ’23; vertrek 5h30 – aankomst 11h30
Kauehi – Aratika: 34,5NM
Een dagtocht is niet zo vermoeiend. We hebben een goed moment om door smalle oostelijke pas (beschreven als moeilijk) binnen te zeilen. De ouders van de juf, die dertig jaar in Frans Polynesië verblijven, hebben deze pas nog niet kunnen nemen. Grote gele meerboeien liggen op ons te wachten. We zoeken met de dinghy een plaats om aan wal te geraken. Niet zo gemakkelijk in het ondiepe water met koraalbrokken. Fons vindt 2 kokosnoten voor het aperitief.
We willen driftsnorkelen in de pas. Twee uur zitten we in de dinghy te wachten tot het water naar binnen stroomt. In de vistrap naast de pas zien we iets groot hevig spartelen. Gelukkig vinden ze een uitweg. Ik spring in het water en zie dat het 4 adelaarsroggen zijn. Te zien aan hun zwemsteil zijn ze verwond. Met het snorkelen zien we veel kleurrijke vissen, maar ook troep van de vistrappen.
De weersvoorspellingen geven sterke wind uit het NW. We verhuizen naar een meerboei die meer bescherming biedt. Twee dagen houdt het slechte weer de Sunshine in de ban. Ze danst wild op de windgolven. De wind giert in het want. Donder en bliksem ver en kortbij. Hemelwater wordt opgevangen en gebruikt om een wasje te doen.
Bij de woning van Jean-Pierre staan veel zonnepanelen. Hij betaalt elke maand een huur en na 5 jaar is het van hem. Aan auto’s en brommers is hier geen gebrek. Hij zegt ook dat de zeilers de oost pas niet nemen. Samen met zijn vader en 3 jongens werken ze aan de kopra. Het bruine omhulsel wordt met een scherpe pin van de noot verwijdert. Machinaal rasp hij een kokosnoot voor ons. In een kokosnoot die gekiemd is zit het hart van de noot. Een lekkernij. De jongens smullen ervan. Voor we in de dinghy stappen geeft hij ons nog een grote groengele kokosnoot. Hier zit meer dan 1 liter kokoswater in.
De dame van het winkeltje haar dochter heeft in een Brussels hotel 6 maand stage gelopen. Een andere dochter is juist met het vliegtuig vertrokken om bij het Frans leger te gaan dienen. We kunnen er bevroren kippenbouten kopen, maar de eitjes zijn op.
Bij het strand zien we een krab. Bij daglicht zijn ze meestal verscholen in hun holen in de grond.
Aratika is een kleiner atol (20x17km). We nemen een meerboei bij de grote pier. Deze is gelegen in het midden van de langgerekte motu. Het eerste wat we tegenkomen is een groot nieuw graafmachine en een vrachtwagen. Ernaast staan verroeste exemplaren. De ‘Marie’ is een nieuw groot wit gebouw. Het postkantoor ziet er verlaten uit. Van de hoge antenne hebben we enkel 2G verbinding. Het schoolgebouw is groot voor 25 leerlingen. Het is niet echt een centrum. De woningen liggen verspreid en enkele kilometers uit elkaar. De straat ligt aan de oceaankant.
Het is windstil. Dan kunnen de muggen de Sunshine bereiken. Irriterend voor ons.
De watermaker maakt steeds meer lawaai. Dan stop hij plots. Geen goed teken. Fons demonteert hem en constateert dat er zoutwater gekomen in de aandrijving van de hogedrukpomp. Geduldig maakt hij alles proper. Wat hij ook doet het blijft lekken aan de as van de hogedrukpomp.
We zeilen naar de west pas. Daar zijn de 2 meerboeien bezet en keren we terug.
Zondag is er eentje vrij. Een schitterend rif ligt naast de Sunshine. Verleidelijk. We zien allerlei soorten koraal met doop-fond-schelpen en koraalvlinders. Een groep papegaaivissen, met de kleuren van de regenboog, zwemmen met ons mee. Als ik terug voor me kijk en zie ik een haaitje recht naar me toekomen, ik schrik maar het haaitje nog meer. Fons duikt een grote oesterschelp op.
Er zit geen parel in.