Algarve: eindelijk.

De boten waaraan een Belgische vlag wappert zijn meestal van Portugezen, voor hen is het gemakkelijker een Belgische vlaggenbrief te verkrijgen. Ook op de boot van een Bretoense bio boer, gekocht op de Canarische eilanden, prijkt de Belgische vlag. Op een schamel bootje met maar aan één kant een zeereling, hangt onder de zonnepanelen een versleten vlagje. Een jongeman uit Sint Niklaas heeft de boot 3 jaar geleden gekocht in Griekenland en is op weg naar huis om aan zijn familie zijn boot te tonen. Eén nacht zijn we omringd door catamarans bestemd voor Griekenland.
Niet alleen de harde wind, maar ook het batterij alarm houdt ons langer dan verwacht in Sines. Ze drinken meer dan 6 liter demi water.

 

Vrijdag 27 maart 2015
Sines –Sagres: 64NM vertrek 8h15 – aankomst 19h

De achterlijke wind vult de genua en langzaam glijdt Sines uit het gezichtsveld. Het gefilterde zonnelicht kleurt de zee zilver. In de verte verschijnt “Cabo de São Vicente”, het duurt uren voor we de vuurtoren kunnen onderscheiden. De zee wordt woeliger en de uitschuivers talrijker. We troosten ons dat na de kaap de oceaan veel rustiger zal zijn.

cabo_são_vincentecabo_são_vincente_2

Niets is minder waar. De windkracht gaat ineens naar 6Bf, teveel voor de genua. Na wat gestuntel is alles terug onder controle. De ankerplaats in de baai valt, ondanks de harde wind, goed mee.

 

Zaterdag 28 maart 2015
Sagres – Lagos 17NM vertrek 11h20 – aankomst 15h

Met een lapje genua vertrekken we uit de ankerbaai. De zon vaart mee en wij genieten van een rustig zeiltochtje. De marina van Lagos ligt achter een voetgangersbrug. Het is heel lang geleden dat de boot zo stil ligt en dat we zoveel buren hebben.

Sines

Zondag 15 maart 2015
Sesimbra – Sines: 35NM vertrek 9h45 – aankomst 26h20

Zaterdag komt er meer leven in de jachthaven. Optimistjes, laser en kajaks maken zich klaar. De boot met duikers vaart af en aan. In de namiddag komen veel bezoekerszeilers toe. ’s Avonds merken we dat het internet een dip heeft.
Zondagmorgen gaan we afrekenen, de receptioniste is verwonderd dat we met zoveel wind willen vertrekken. De weersvoorspellingen geven dat de wind ’s middag gaat afnemen, we gaan het erop wagen. Alleen op genua zeilen we met 6,5 kts de baai uit. Dan vermindert de wind en helpt de motor. In de namiddag krijgen we voldoende wind om de genua opnieuw te vullen.

header SinesDe havenkom van Sines is enorm groot, we zien aan beide kanten de industriële haven. Korter bij het strand ligt aan de ene kant de vissershaven en aan de andere de jachthaven. We mogen ons aanleggen waar er plaats vrij is. De voorste steigers zijn ingepalmd door de meeuwen, het zijn niet zo’n leuke buren. We herleggen de boot in het midden van de grote steiger. De jachthaven is netjes met mega wasmachine en droogtrommel.

jachthaven vissershaven

Het wordt aanpassen, de boot beweegt veel, kreunt in zijn touwen en ’s nachts knispert het constant. Volgens Mike, een Brit die hier al 8 jaar verblijft, zijn het vissen die algen van de boot komen eten. Het kan ook zeegras, keien of schelpen zijn die met de deining bewegen of ……?

Sines ligt op een rotsplateau van 50m hoog. Hier is Vasco da Gama geboren, die maritiem in de 15de eeuw de weg naar India ontdekt. Voor zijn geboortehuis in het kasteel staat een prachtig boom in bloei.

moederkerk Vasco da Gama

huis_Vasco da Gama
Van op het kasteel is er wijds uitzicht op de baai, de havens en de oceaan.
Het kasteel is bekend om zijn festivals met wereldmuziek. Vlak naast het kasteel staat de moederkerk gewijd aan Santiago.
We gaan langs de kapel van “Nossa Senhore das Salas”, de beschermheilige van de vissers.

nossa senora rita

Elke plaats in Portugal heeft kleine witte kaskeien met zwarte tekeningen.
kasseien
We zijn vroeger opgestaan om de zoneclips te zien, hij is hier minder uitgesproken dan noordelijk. De officiële lente wordt vrolijk door de zwaluwen aangekondigd.

lente

Setubal

De zoektocht naar gas is voorbij! De gasdokter van Sesimbra, zoals de havenmeester hem noemt, brengt ons een 11kg plastieken gasfles van Repsol met regelaar en neemt de ijzeren Belgische fles mee.

Er zijn hier idyllische strandjes enkel te bereiken zijn via een klimpartij of met een boot. Vanuit de jachthaven stappen we via een grote grindweg omhoog naar 100m, dan een heel smal pad steil naar beneden. Dat het steil is heb ik gevoeld, ik hou er schrammen en blauwe plekken aan over. De hoge kliffen geven al schaduw op het strandje als we er aankomen. Koppeltjes sprokkelen zwerfhout en slaan hun tentjes op om te overnachten.

strantje_1 strantje_2

Fons heeft voor zijn job een aantal keren in Setubal gelogeerd en wil het terug bezoeken. In de kleine jachthaven vertrek de overzetboot naar Troia, een zanderig schiereiland. We vermoeden dat het niet zo comfortabel is om met de boot in deze jachthaven te verblijven. We nemen de bus en zien zo wat van het binnenland. De bus rijdt verschillende heuvels op en af, komt door kleine dorpjes waar hij amper door kan. De wijngaarden zijn talrijk en het uitzicht is wijds en mooi.

We stappen eerst naar de jachthaven en ons vermoeden wordt bevestigd. Aan een toeristisch infokantoor vinden we een kaart van Setubal en stappen verder naar de vissershaven.

setubal_vissershaven

Dicht bij de visserskade eten we heerlijke “Aroz de Marisco” (rijst met zeevruchten). Daarna slenteren we langs de groene boulevard, winkelstraatjes en bekijken monumenten.

setubal_winkelstraat met paraplu's setubal_kerk

Vanaf een terrasje luisteren we naar panfluit muziek. Regelmatig worden we door opdringerige bedelaars lastig gevallen. Fons zijn haren gaan hiervan rechtop staan en we keren spoedig naar onze heimat terug.

 

Cabo Espichal

We hebben geprobeerd naar Cabo Espichal te fietsen. Het is maar een toertje van 6km geworden i.p.v. 28. Het grindpad is zo steil dat zelfs Fons er niet met de fiets vanaf durft. We nemen de bus op woensdag dan kunnen we de vuurtoren bezoeken. Een busje brengt ons naar het dorp. Hier kopen we zonnecrème en doen zoals de Portugezen een terrasje met espresso en ‘pasteis nata’. In het busstation stellen we vast dat de bus maar rijdt tot Azoia,een dorpje net voor Cabo Espichal. De resterende 3km stappen we door het natuurgebied en genieten van de stilte en de schattige bloempjes.  In de verte zien we een herder en zijn kudde.

bloempjes

De kliffen zijn hier 130 meter hoog, bangelijk als je op de rand naar beneden kijkt.

De vuurtoren is mooi verzorgd. Twee vervallen gebouwen op de rand van het klif zijn mysterieus. De vuurtorenwachter lost het mysterie op. Eentje werd gebruik als misthoorn en het andere voor schietoefeningen.

vuurtoren

huisjes

We stijgen 150 trappen en komen bij het hart van de vuurtoren.

vuurtoren_2 fresnellens

Een eindje verder op een klifrand staat een merkwaardige kapel gewijd aan de Heilige Madonna.

kapel

Aan weerzijde van de nog gebruikte kerk van het complex ‘Santuario de Nossa Senhora’ staan lege verblijven voor pelgrims.

sanatoria

We zijn hier de enige die op de bus stappen.